6 - 9 maart 2016
Zondag 6 maart
De vlucht van Amsterdam naar Washington DC beviel mij prima. De stewardessen van United Airlines waren opvallend op leeftijd, maar liever een ouwe tang die me in de watten legt dan een jonge godin die niet naar me omkijkt.
De tussenstop in de Amerikaanse hoofdstad was weinig verheffend. Aan de vaderlandse tijdzone had ik een rammelende maag over gehouden, die ik stilde met een ‘Burger Americano with fries’. Gelukkig kijkt er in Amerika niemand op wanneer je, op welk moment van de dag ook, een flinke burger wegtikt.
De vlucht naar Costa Rica was minder comfortabel. In 4,5 uur tijd moest ik het doen met één glaasje water, en de airco stond op standje Antartica. Wie zou toch diegene zijn die bepaald heeft dat het in een vliegtuig altijd 15 graden moet zijn? Ik zet mijn geld op de leverancier van die flinterdunne dekentjes die je krijgt als je het koud hebt.
Na een kleine 17 uur kwam ik uiteindelijk aan in San José, de hoofdstad van Costa Rica. De shuttle die ik vanuit het hostel geboekt had kwam helaas niet opdagen. Zo’n kleine 40 taxichauffeur waren bereid mij uit de brand te helpen, en lieten dit luidkeels weten.
Een opgeschoten mannetje bood me zijn ‘hulp’ aan door het hostel te bellen. Nadat hij ophing gaf hij aan dat er geen shuttle onderweg was. Uiteraard wist hij wel een chauffeur die me voor hetzelfde bedrag naar het hostel kon brengen. Aan m’n water voelde ik dat er een addertje onder het gras zat, maar ik had geen zin om me verder druk te maken.
Ik stapte in de taxi van de oudste taxi chauffeur van Costa Rica. Dit is slechts een aanname, maar ik kan me niet voorstellen dat er in San José chauffeurs rondrijden van 103 jaar of ouder. Hij bleek ook slechtziend omdat hij de naam van mijn hostel in koeienletters (Times New Roman, 72) nog niet kon lezen.
Via wat omwegen slaagde hij er alsnog in mijn hostel te vinden, waar bleek dat ze aan het opgeschoten mannetje hadden verteld dat mijn shuttle onderweg was en dat ik nog 5 minuten had moeten wachten. Was mijn voorgevoel toch juist geweest. Gelukkig raakte het mij niet in mijn portemonnee.
Toen ik me net afvroeg waar Thomas zou zijn, kwam hij om het hoekje zetten. De hermanos Degeling waren herenigd.
Maandag 7 maart
Jetlags zijn niet plezant. Het is hier 7 uur eerder dan in Nederland. Wat er kort gezegd op neerkomt dat je met het naar bed gaan trek krijgt in je avocado met gekookte eitjes (die eet ik elke ochtend), je wakker bent als je moet slapen, en je een zombie bent als de dag begint. Afijn, u kent het gevoel wellicht.
Deze dag hadden we om San José te verkennen. We sleurden ons met goede moed door de straten op zoek naar bezienswaardigheden die er helemaal niet bleken te zijn.
Hoogtepunt zou een hotel moeten zijn waar president Kennedy en Pelé geslapen zouden hebben. Of dit in hetzelfde bed was stond er niet bij, maar we hopen dat ze destijds een betere service kregen dan wij.
Eindconclusie: heet, druk en bovenal geen hol te beleven.
Dinsdag 8 maart
Gelukkig is Thomas ook nog niet helemaal gewend aan de tijdzone van Midden Amerika. We gaan elke dag om 21:00 uur doodmoe naar bed, wat inhoudt dat de dag vervolgens rond 05:30 begint.
Vandaag zou om 08:30 ons Jeepie worden afgeleverd, waar we erg naar uit keken. De roadtrip kon beginnen, weg uit de stad en op naar het strand!
Je Nederlandse punctualiteit moet je niet inpakken, want hier is iedereen te laat. Manjana, manjana, tranquillo, tranquillo.
Kijk nou, daar kwam alsnog het mannetje van het verhuur bedrijf aangewandeld. Hij had slecht nieuws bij zich, namelijk een Suzuki Swift. ‘Onze’ 4x4 was die dag ervoor beschadigd ingeleverd en dus niet beschikbaar. Het beeld van haren in de wind in onze jeep ging even in rook op.
De goedlachse maar onrustig overkomende verhuurder maakte overal ‘no problem my friend’, ‘no problem my friend’ van, maar ik vertrouwde hem voor geen meter.
Hij beloofde de Jeep de volgende dag te komen brengen naar onze eerste bestemming, de stad Uvita. Dit was een rit van 3,5 – 4 uur dus ik geloofde er niet veel van. We zagen onszelf al de rest van de vakantie over onverharde wegen stuiteren in ons toegewezen koekblik.
Bij het nalopen op schades bleek ook nog dat deze auto geen nummerplaten had. Uiteraard was dit ook: ‘In Costa Rica no problem my friend, relax’.
We zijn er maar gewoon mee gaan rijden in de hoop dat ons vertrouwen in de mensheid niet geschaad zou worden. Na twee bochten bleken we al tegen het verkeer in te gaan dus dat was een goede start, gelukkig kwamen we er ongehavend uit.
Het verkeer in Costa Rica is in de stad chaotisch druk, en vooral erg opletten. Buiten de stad kan je soms een stukje lekker toeren, om vervolgens uit het niets met 5 km per uur achter een vrachtwagen te rijden die een berg opkruipt. Honden, fietsers, wandelaars en enorme Amerikaanse vrachtwagens, allemaal gebruiken ze dezelfde weg.
Loze putten¹ als we zijn doen we de airco niet aan, dit scheelt benzine, en bovenal een pijnlijke keel. Dit betekent echter wel dat je compleet doorgezweet op je bestemming aankomt.
Dit was in dit geval na 3,5 uur het stadje Uvita, waar we een prachtig hostel geboekt hadden. ‘Cascada Verde, the hostel by the waterfall’. In werkelijkheid zag het er nog mooier uit dan op de foto’s. Heel erg schoon en heerlijke hangmatten bij prachtig uitzicht, een oase van rust.
Het enige nadeel was dat we voor een dag later bleken te hebben gereserveerd, ‘I only have a Thomas for tomorrow’. Foutje bedankt. We moesten het boeltje weer bij elkaar pakken omdat er voor die dag geen plek meer was.
Op aanraden van de eigenaar gingen we opzoek naar een ander hostel ‘down the road’. Bij aankomst vonden we het maar een armoedig zooitje, maar we checkten in en gingen z.s.m. op ons doel af; het strand.
Daar aangekomen bleek dat je entree moest betalen om het strand op te komen. Dit vonden we maar vreemd. ‘Wie bepaalt nou dat dat ventje eigenaar van het strand is dan’?
Achteraf bedenk ik me dat het best een gat in de markt is om op een spaarzame zonnige dag in Nederland, in alle vroegte met je slagboom onder je arm af te reizen naar Scheveningen, om vervolgens daar iedereen die het strand op wil om 2 euro te vragen. Ik houd hem in me achterhoofd.
Het strand maakte haar entreeprijs meer dan waard, in 1 woord: prachtig! De jungle met enorme palmbomen gaat hier rechtstreeks over op het strand, wat een aanzicht geeft wat ik nog niet eerder had gezien.
Een paar duiken in de golven, gewichtheffen met boomstammen, bowlen met kokosnoten (wat zijn we crea he) en een prachtige zonsondergang maakte onze dag weer goed.
Het hostel was bij avondlicht een stuk gezelliger en bleek een Italiaanse keuken te hebben. Als het donker is wordt het afgeraden om nog de weg om te gaan, dus hier waren we aan overgeleverd. We bereidde ons voor op een droog pizzaatje, maar werden verrast met een heerlijk 3-gangen menu voor slechts 10 euro per persoon.
Gelukkig heb ik geen moeite met in de hitte slapen, want we lagen met 2 anderen op een kamertje van 3 bij 4, en snachts daalt de temperatuur hier zeker tot een graad of 29.
¹ Een loze put noemen wij iemand die weinig te besteden heeft of gierig is. Is ooit ontstaan doordat Thomas de Lidl ‘de loze putten’ is gaan noemen, omdat er zoveel loze putten in rond lopen. ‘Ik ben even naar de loze putten’ betekent dus dat je even naar de Lidl bent. ‘Wat een loze put zeg’ is bijvoorbeeld iemand die op Facebook aanbiedt om zijn fiets te ruilen tegen een pakje Shag, omdat hij ‘op dit moment even geen budget heeft voor shag’. Wat ik echt een keer gezien heb overigens.
Woensdag 9 maart
Nadat we een ontbijtje in elkaar geflanst hadden waren we blij hier te vertrekken. Het was een prima noodoplossing geweest, maar het bleef een beetje een viezig hostel met viezige mensen.
Een kwartier voor de afgesproken tijd kwam het verhuurbedrijf aan met onze Jimmy! Ons vertrouwen werd terugbetaald, en onze dag kon al niet meer stuk.
Per Jeep vervolgden we onze weg naar Puerto Jimenez. Terwijl ik dit in mijn boekje schrijf mijn hoogtepunt tot nu toe. Deze stad in het zuiden van het land ligt midden in het natuurgeweld van Corcovado, het grootste en rijkste nationale park van Costa Rica.
We hadden een kamertje geboekt bij Cabinas Jimenez, wat meer leek op een mini resort dan op een hostel. Letterlijk aan de zee gelegen, inclusief zwembad!
Je kon er nog gratis kayaks lenen ook, wat Thomas gelijk bij aankomst wilde doen.
Wat dat betreft is hij niets veranderd. Wanneer we vroeger aankwamen op een camping in Frankrijk dan hadden wij al gezwommen, getennist, gevist en ge-jeu-de-boulet, voordat Kok en Ria de tent opgezet hadden. Mijn tempo ligt ietsje lager dan dat van Thomas, maar ik kan hem tot nu toe aardig bijbenen.
Vijf minuten nadat we aankwamen zaten we dus allebei in een kayak, wat heerlijk was. Af en toe sprongen we eruit voor een duikie. Tot teleurstelling van Thomas lukte het mij telkens om weer in de kayak te klimmen. Hij zat al klaar met zijn Go-Pro om mijn te verwachten geploeter vast te leggen.
Zoals een echte roeier betaamd maakte hij ons vast een aan een boeitje, zodat we ontspannen konden genieten van de zonsondergang.
Reacties
Reacties
Zit weer te lachen bij je verhalen,erg grappig!
gr van die ouwe tang
Hallo boys, geweldig om weer eens van jullie avonturen te horen. Ik vind het super wat jullie doen en geniet van jullie verhalen. Het toeval wil, dat mijn zoon, Stephan, nu ook daar aan het backpacken is. Op dit moment - heb vandaag een berichtje van hem gekregen - zit hij in Bocas del Toro, Panama en morgen wil hij doorreizen naar Santa Catalina. Je weet nooit hoe de wegen elkaar kruisen. Veel plezier en kijk uit naar jullie nieuwe nieuwsbrief. Gr. Ton
Heb zitten genieten van je verhaal hier op m'n balkon in Sierra Leone....
mooie verhalen jongens Zo zien jullie veel moois !!!!
Ja Oma heeft het allemaal gelezen hoor!!!Geniet er van hoe leuk je kan schijven Jeroen!!!Genieten jullie samen van de dagen die jullie nog hebben !!Het is zo weer voorbij Liefs van Oma en Opa
Heerlijk verhaal weer, als je groot bent Jeroen dan moet je schrijver worden. :)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}